Wijsneusjes36
Frans Boddeke:
Ze waren beiden in de zestig
hij regelde alles tot in de puntjes als
verbindingsman met de maatschappij
zij was huisvrouw, had geen rijbewijs,
had nog ooit een giro- of bankrekening
uitgeschreven,j was meestal thuis.
Zaterdags kopen ze hun eerste nieuwe auto
- sinterklaascadeau –
zondagmorgen ligt hij stil op bed:
‘komt u eens kijken,
ik geloof dat mijn man dood is’,
zo belt ze op.
Maandagochtend zie ik haar zitten
achter het stuur van de nieuwe auto
eindelijk iets bereikt
en toch helemaal niets
‘het is Gods wi’l
zegt ze later op de dag.
Herman Häring:
De fakkel van de vernieuwing ( door fb ingekort)
Het vogelnet is gescheurd; wij zijn ontsnapt en vrij! (Ps. 124,7).
De wind staat ongunstig voor een vernieuwde kerk. 45 jaar lang hebben we er over gesproken, gehoopt op vernieuwing, ons telkens weer laten troosten: met de volgende paus komt de verandering.
De ambtsperiode van de huidige paus startte met de afschrikwekkende kreet: "de dictatuur van het relativisme". Daarmee plaatste hij zich in een Romeinse continuïteit. Rome is al meer dan 150 jaar bevangen door de vrees dat een vernieuwing alleen kan eindigen in chaos. Deze angst heeft ook op het Tweede Vaticaans Concilie gezorgd voor veel conflicten, hetgeen leidde tot slechte compromissen in de einddocumenten. In de jaren na het Concilie stapelden deze conflicten zich op. De benoemingen van bisschoppen in de jaren 70 en 80 leidden in alle landen tot een definitief keerpunt. ‘Terug naar de oude leer’, zo luidde het motto. Concreet bedoelde men: ‘terug naar de oude situatie, en naar de oude autoritaire verhoudingen’, waarin een klein aantal mensen weer kan dicteren wat voor allen goed en kwaad is.
.
Paus Benedictus provoceert meer tot vertwijfeling dan tot begeestering. Zijn management is niet in staat om crisissen te beheersen, maar wel om ze aan te wakkeren. De misbruikschandalen hebben de geloofwaardigheid van de bisschoppen helemaal geruïneerd omdat ze niet in staat zijn tot een adequaat respons. Daarom circuleren ook in Duitsland steeds meer oproepen tot protest en overtreding van regels, tot doelgerichte ongehoorzaamheid. Helaas zijn ook in Duitsland de kritische intellectuelen reeds lang geëmigreerd uit de kerk, hetgeen niet bevorderlijk is voor goed georganiseerde kritiek. Hebben wij, kinderen van het Concilie, goed gereageerd? Wij hebben de echte weerstand niet aangedurfd en lieten de harde critici, ook al heetten ze Edward Schillebeeckx of Hans Küng, uiteindelijk in de regen staan.
We kunnen nieuwe vormen van liturgie vieren Natuurlijk behoort daar ook de viering van de Eucharistie bij, met de gedachtenis aan dood en opstanding, maar ook dat leerden we in de afgelopen decennia nieuw te verstaan. Ongemerkt hebben we reeds lange tijd afstand genomen van veel elementen van de oude liturgie. Deze bevatte een nauwkeurig omschreven, veelal omslachtige monastieke vorm van liturgie, de stabilisering van een middeleeuws hiërarchisch model en in het bijzonder de verheffing van de priester of de bisschop boven de gemeente. Het ideaal van de ‘actieve participatie’ kwam niet verder als ‘bijwonen’, en de priester verscheen als de vertegenwoordiger van Jezus Christus, in wiens naam hij optrad. Wat een contrast met het document van de Nederlandse Dominicanen ‘Kerk en Ambt’ van september 2007. Door de nuchtere beschrijving van de situatie wordt alle triomfalisme van tafel geveegd. Het theologische bewustzijn is veranderd: geen magische substantieverandering wordt gevierd, maar het delen van het leven, geen transformatie van voedsel, maar de verandering van ons leven in Jezus' naam.Wij vieren geen gecompliceerd offerritueel, maar Gods levensgaven en onze levensinzet. De Dominicaanse beleidsnota presenteert de mogelijkheid om - in noodsituatie - af te zien van een gewijde ambtsdrager. Want de gemeente staat aan de wieg van de eucharistie. Zij is en blijft ervoor verantwoordelijk, en niet een groep gewijde mannen. Primair leeft deze viering door de Geest die geschonken is aan de gemeenschap, ze leeft niet door de volmacht van een magisch-toegeruste en van buiten geïmporteerde voorganger.
Volgens Paulus is niet de geconsacreerde hostie, maar de kerk het lichaam van Christus. Wanneer een gemeenschap dus in naam van Christus bij elkaar komt, is Jezus midden onder hen. Hij verwerkelijkt zich in hun samenzijn, hij biedt zich aan als gedachtenis, ter navolging en hoop.
.Als je redeneert vanuit de oerchristelijke situatie, dan kan de Eucharistie overal plaats vinden waar christenvrouwen en mannen samenkomen. Deze bijeenkomst, deze lokale gemeenschap is de kern, van waaruit de viering leeft. U vormt de plaatselijke kerk die het tweede Vaticaans Concilie beoogde.
De kerkelijke leiders worden gedreven door de vrees dat onze cultuur het heilige heeft verloren. Rome zoekt het heilige nog steeds in kerken en religieuze gewaden, in oude symbolen, rituelen en in personen die claimen “in de persoon van Christus” te handelen. Geen sfeer van Taizé, van een Indiase Ashram, of van een Baptistendienst in het New Yorkse Harlem is voelbaar. Hetzelfde geldt voor veel religieuze diensten in kerken. Ook zij missen de sfeer die ons in aanraking brengt met het mysterie. Deze ervaring is een van de redenen waarom jongeren niet meer te vinden zijn in traditionele gemeenschappen noch bij de hervormers. Heel onbevangen ervaren ze het mysterie van de wereld op alle plaatsen in de wereld, alleen NIET in de kerk. Ze zoeken en ervaren het in de kunst, vooral in de muziek en dans, in een onverwachte ontmoeting, in de liefde en seksualiteit, in de roes van gebeurtenissen in hun stad, in de onverwachte stilte of in een woord dat hen hun waardigheid teruggeeft. Het heilige is overal. Je moet het slechts weten te vinden. Harry Kuitert schreef jaren geleden ooit: geen eredienst en geen sacrament kan op zondag goed functioneren, als ze niet wordt gevoed met de ervaringen van de werkdagen. We moeten onze erediensten dus niet zodanig overvragen, alsof we daarvan de grote openbaring mogen verwachten. Tegelijkertijd moet voor ons eindelijk duidelijk zijn: een persoon die denkt te handelen in de plaats van Christus, mist zijn doel, zolang hij niet wordt gedragen door een christelijke gemeente, door het Lichaam van Christus. Hij mist zijn doel ook als hij niet de ervaringen van het alledaagse, alomtegenwoordige Heilige opneemt en beleefbaar maakt in het spoor van de Jezus-navolging.In deze zin kunnen en zullen we allemaal het heilige ervaren; daartoe hebben we geen vader of pastor, geen priester of herder nodig. We hoeven daarvoor ook geen priester of pastoraal medewerker, noch diaken, of gebedsleider te zijn. Een heilig gebeuren is niet afhankelijk van een priester, maar de heilige gebeurtenis en de gemeenschappelijkheid van de gemeenschap geven aan de leiders van de gemeenschap hun waardigheid. Dus wat zou een gemeenschap die het onderling eens is, ervan kunnen weerhouden zelf een Eredienst te vieren?
Wij laten ons niet het recht op liturgische viering afnemen, zolang er gedoopten zijn die daartoe in staat zijn. Absoluut onmisbaar zijn tevens een voortdurend contact en samenwerking met niet-katholieke kerken. Ook de katholieke kerk heeft niet het recht om zichzelf af te grenzen, of van andere denominaties te zeggen dat zij geen kerk zijn. We moeten elkaar zien als leden van eenzelfde familie
Dr Hermann Häring was van 1999 tot aan zijn emeritaat hoogleraar wetenschapstheorie en theologie aan de universiteit van Nijmegen..Vertaling uit het Duits: Wim van der Velden
Ine Verhoeven:
Heb jij hem gezien, misschien, misschien?
Geen van de bidders in de dom keken op of om
Zij waren in gesprek -zo goed- en met hun God begaan
Zij zagen de junk in zijn schamelheid niet staan
Maar de suisse is gekomen en heeft hem gezien
Ja heeft hem bevolen om weg te gaan; de zwerver
Had als arme ziel zijn zondagse kleed niet aan
Heb jij hem gezien, misschien, misschien?
En onder de brug daar zag ik hem gaan, verdwijnen
In de tijd; hij legde zich te rusten neer en
Tussen de halmen van het gras vergat hij even leven
De bidders in de dom -zo goed- zijn daar alras gekomen
Zij dromden om hem heen en hebben die ziel daar weggejaagd
Ze keken boos, en op en om, omdat hij om kruimels had gevraagd
Heb jij hem gezien, misschien, misschien?
Ergens tussen het capucijnenklooster en de Wilhelminabrug in 's-Hertogenbosch, 1996.
Tolle. Lege.
Op zondag 25 september bood Ine Verhoeven – de zon scheen uitbundig – me tijdens een feestelijke ontmoeting het nieuwe boek Hoe dan ook aan. Ruim 300 pagina’s van grote schoonheid, mooi van druk, goed om te lezen..
Het boek is een cadeau van Ine voor mijn tachtigste verjaardag. Wat een prachtig geschenk!. Met zorg door haar samengesteld. Maandenlang zocht zij naar de juiste teksten, kopieerde ze, bekeek ze, corrigeerde ze, vulde ze aan, overlegde ze. Veel, veel, veel dank!
Het boek Hoe dan ook kunt u bij mij – Frans Boddeke- fboddeke@versatel.nl bestellen. Het gaat over de ervaring van ernstig ziek-zijn en toch weer – dank zij toegewijde vriendschap tot leven komen. Het boek bevat ook veel gedichten. Het kost vijftien euro
Un livre est un ami qui ne trompe jamais.
A good book is the best of friends.
‘t Is pleasant sure to see one’s name in print, a book’s a book
In omnibus requiem quaesivi et numquam inveni, nisi in angello cum libello – overal zocht ik rust maar vond die alleen in een hoekje met een boekje.
Tolle, lege, zegt Augustinus: Neem en lees!.